Tight Regulation
Volgens een nieuwe, wetenschappelijk bewezen methode, ontwikkeld door de Amerikaanse dierenarts Dr. Elizabeth Hodgkins (yourdiabeticcat.com) kan 80% van de katten met suikerziekte in permanente remissie gaan.
Tight regulation is gebaseerd op drie peilers:
* Blind insuline spuiten = een vaste dosis zonder dat je weet wat de daadwerkelijke behoefte is.
Tight Regulation is gebaseerd op de manier waarop mensen met diabetes met hun ziekte omgaan. Mensen geven zichzelf ook niet twee keer per dag blind een vaste dosis insuline, maar meten een paar keer per dag hun bloedsuikerwaarde en spuiten dan zoveel insuline als ze nodig hebben.
Het doel van TR is om de bloedglucosewaarden van je kat zo stabiel mogelijk te houden. Minder schommelingen betekent dat de kat langer op gezonde waarden zit, waardoor de cellen van de alvleesklier die insuline aanmaken zich weer kunnen herstellen, en uiteindelijk ga je zien dat de kat zelf weer insuline gaat aanmaken, beetje bij beetje. Vandaar dat je moet blijven meten, omdat je na verloop van tijd hoogstwaarschijnlijk de dosis moet verlagen.
Dit vraagt wel wat toewijding. In het begin kost het wat meer werk, maar dit betaalt zich op termijn uit in een grotere flexibiliteit met insuline toedienen en een veel betere gezondheid voor je kat.
En er is een grote kans dat je kat in permanente remissie gaat en nooit meer insuline nodig heeft, mits hij op dieet blijft.
TR kan met Caninsulin en met Lantus insuline. Omdat deze insulines zo'n verschillende werking hebben is er een verschillend protocol voor ontwikkeld. Kijk onder het dropdown menu boven aan deze pagina of klik hier voor Caninsulin en hier voor Lantus.
Tight regulation is gebaseerd op drie peilers:
- De juiste voeding, d.w.z. zeer koolhydraatarm natvoer.
- Het heft in eigen handen nemen door zelf de bloedglucosewaarden van je kat te meten en indien nodig de dosis bij te stellen.
- De juiste manier van insuline geven. Niet 2x per dag blind*, maar naar behoefte. TR kan zowel met Caninsulin als met Lantus insuline.
* Blind insuline spuiten = een vaste dosis zonder dat je weet wat de daadwerkelijke behoefte is.
Tight Regulation is gebaseerd op de manier waarop mensen met diabetes met hun ziekte omgaan. Mensen geven zichzelf ook niet twee keer per dag blind een vaste dosis insuline, maar meten een paar keer per dag hun bloedsuikerwaarde en spuiten dan zoveel insuline als ze nodig hebben.
Het doel van TR is om de bloedglucosewaarden van je kat zo stabiel mogelijk te houden. Minder schommelingen betekent dat de kat langer op gezonde waarden zit, waardoor de cellen van de alvleesklier die insuline aanmaken zich weer kunnen herstellen, en uiteindelijk ga je zien dat de kat zelf weer insuline gaat aanmaken, beetje bij beetje. Vandaar dat je moet blijven meten, omdat je na verloop van tijd hoogstwaarschijnlijk de dosis moet verlagen.
Dit vraagt wel wat toewijding. In het begin kost het wat meer werk, maar dit betaalt zich op termijn uit in een grotere flexibiliteit met insuline toedienen en een veel betere gezondheid voor je kat.
En er is een grote kans dat je kat in permanente remissie gaat en nooit meer insuline nodig heeft, mits hij op dieet blijft.
TR kan met Caninsulin en met Lantus insuline. Omdat deze insulines zo'n verschillende werking hebben is er een verschillend protocol voor ontwikkeld. Kijk onder het dropdown menu boven aan deze pagina of klik hier voor Caninsulin en hier voor Lantus.
Algemeen stappenplan voor Tight Regulation
Stap 1. Voeding
De juiste voeding is de basis voor gezondheid. Een kat is een obligate carnivoor en veel van de gezondheidsproblemen waar katten tegenwoordig mee kampen, waaronder diabetes, worden veroorzaakt door een verkeerd dieet. Tight Regulation VEREIST een strikt laag-koolhydraat-natvoerdieet voor je kat. Dat betekent nooit meer brokjes! Schakel je kat zsm over naar goed low-carb compleet blikvoer. Is je kat 'verslaafd' aan brokjes, bouw dit dan af door steeds een beetje meer natvoer door de brokjes te mengen. Zie de pagina voeding voor meer informatie.
LET OP! Krijgt je kat al insuline? Schakel je over op natvoer? Geef hem dan de eerste 24 uur na de omschakeling GEEN insuline! De spijsvertering van je kat moet wennen aan een heel ander dieet. Waar het eerst werd overspoeld door koolhydraten komen er nu bijna alleen nog maar eiwitten en vetten binnen. Hierdoor kan de bloedsuikerspiegel in 1 dag al flink dalen. Ga je toch insuline toedienen, zelfs als je eerst de bloedsuiker meet, dan heb je een grote kans op een hypo!
Na 24 uur komt de lever weer op gang en gaat weer glucose aanmaken uit eiwitten. In geval van een lage bloedsuikerspiegel wordt dit dan door de lever gecompenseerd. De kans op een hypo blijft hierdoor heel laag.
Stap 2. Bloedsuiker meten
Op de pagina Meten is weten vindt je informatie over glucosemeters en hoe te prikken.
In het begin lijkt het eng, moeilijk en onwennig, maar echt, iedereen kan dit leren en de kat went er vaak al snel aan.
Het geeft je enorm veel informatie over wat er binnen in je kat gebeurt! Je hoeft hiervoor niet meer naar de dierenarts en dat scheelt veel tijd en geld.
Het is het beste om eerst te beginnen met bloed prikken en hier wat handigheid in te krijgen voor je begint met stap 3.
Stap 3. De juiste dosis insuline
Tight regulation kan met Caninsulin en met Lantus insuline. Omdat deze insulines zo'n verschillende werking hebben is er een verschillend protocol voor ontwikkeld. Kijk onder het dropdown menu boven aan deze pagina of klik hier voor Caninsulin en hier voor Lantus. Zie de pagina Insuline voor de verschillen tussen Caninsulin en Lantus.
Je begint altijd met een beginschaal. Deze is heel laag en die ga je in de loop van de tijd naar boven of beneden aanpassen (stap 6).
De bedoeling is dat je een overlap tussen de werking van de opeenvolgende doses creeert, en niet wacht met doseren tot de bloedsuikerwaarden weer heel hoog zijn. Hierdoor blijft de bloedsuiker stabieler.
Stap 4. Hou een logboek bij
Noteer al je metingen in een schrift, notitieboekje of in de computer. Wij gebruiken een A4 ruitjesschrift dat altijd binnen bereik ligt.
Noteer daarin:
Datum en tijd Bloedglucose Eenheden insuline Bijzonderheden
Stap 5. Een dagcurve maken.
Niet elke kat verwerkt insuline even snel. Dat heeft met veel factoren te maken, zoals gewicht en stofwisseling. Daarom is het belangrijk om een dagcurve te maken om te bepalen hoe snel de insuline wordt verwerkt en wanneer het laagste punt valt. De dierenarts kan dit doen, maar je kunt het ook zelf. Thuis testen geeft minder stress voor de kat en daardoor minder vals hoge suikerspiegels. Kies hiervoor een dag uit dat je thuis bent. Je prikt de kat 's ochtends als je opstaat (voor of na het eten maakt niet uit; ik doe het altijd daarna, als ze lekker aan het uitbuiken zijn). Je geeft insuline volgens de beginschaal. Daarna meet je elke 2-3 uur de bloedsuikerwaarde. Je zult de waarde zien dalen en dan weer omhoog gaan. Bij gebruik van Caninsulin ligt het laagste punt van de curve (= nadir ) meestal tussen de 4 en 6 uur na dosering. Na die 6 uur gaat de suikerspiegel vaak weer rap omhoog. Lantus heeft niet zo'n duidelijke nadir, maar ook dat kan per kat verschillen.
Stap 6. De schaal aanpassen
Wat je nu eigenlijk eerst gaat doen is je kat opnieuw instellen op de juiste dosis insuline. Dit is wat de dierenarts ook doet na de diagnose diabetes, maar omdat we vaker meten en TR werkt met kleinere hoeveelheden insuline doen we dit veel nauwkeuriger.
Door de combinatie van ander voer en een stabielere bloedsuiker gaat je kat hoogstwaarschijnlijk langzaam maar zeker weer zelf insuline aanmaken, en ga je dus na verloop van tijd de schaal weer naar beneden bijstellen.
Omdat je een dagcurve hebt gemaakt weet je wanneer de nadir ongeveer valt. Meet nog een keer rond dit tijdstip. Je streeft ernaar dat de waarde dan tussen de 3 en de 5 uit komt. De eerste week zal je dat waarschijnlijk nog niet lukken. Dit geeft niet, dat komt wel.
Waarschijnlijk ben je niet in staat om elke dag de nadir te meten. Dat is geen probleem, we hebben allemaal verplichtingen buitenshuis. Probeer het, zeker in het begin, wel zo vaak mogelijk te doen. Hoe beter je de cyclus van je kat kent en hoe strakker je je aan TR houdt, hoe sneller je kat gaat genezen.
Zorg er voor dat de bloedsuiker niet te laag wordt! Niet elke lage bloedsuiker is een gevaarlijke hypo, maar weet wat je moet doen!
Bovendien kan een lage bloedsuiker een overcompensatie met hoge waarden veroorzaken, dit noemen we een rebound of Somogyi effect.
Wat je gaat zien
Heeft je kat nog maar net de diagnose en ben je meteen met TR begonnen? Hij gaat soms al binnen 2 weken in permanente remissie!
Bij katten die al langer diabetes hebben kan het soms lang duren, soms wel anderhalf jaar. Maar ook al duurt het lang, je zult zien dat je kat snel beter in zijn vel gaat zitten, minder uitgehongerd is en minder drinkt. Dat komt omdat zijn bloedsuikerwaarden stabieler blijven.
Langzaam zul je zien dat de alvleesklier van de kat zelf weer insuline gaat aanmaken. In het begin een beetje en steeds meer en meer, tot hij zelf weer genoeg maakt om alle voeding te verteren. Dat zie je als zijn waarden gaan dalen en je de schaal kan gaan verlagen. Er zullen steeds langere perioden tussen twee opeenvolgende doses zitten.
Heeft je kat 14 dagen geen insuline nodig gehad?
GEFELICITEERD, JE KAT IS OFFICIEEL IN REMISSIE!!
MAAR PAS OP!
Je kat is nu genezen, maar mag nooit meer brokjes eten, of andere dingen waar veel koolhydraten in zitten! Dan zal de suikerziekte snel terugkomen en moet je weer van voren af aan beginnen.
Meet voor de zekerheid ongeveer een keer per maand de bloesuiker. De suikerziekte kan altijd weer terugkomen.
Het lukt niet, wat nu?
Helaas is het succespercentage geen 100%. Er kunnen altijd andere factoren in het spel zijn die ervoor zorgen dat je kat niet goed reageert op het protocol. Misschien heeft hij al zo lang suikerziekte dat de pancreas echt niet meer reageert. Of je kat heeft een andere onderliggende ziekte, zoals acromegalie, de ziekte van Cushing, hyperthyroidie of zelfs kanker of ontstoken tandvlees. Laat je kat voor de zekerheid nakijken door de dierenarts!
En ook al gaat hij niet in remissie, jullie kwaliteit van leven kan sterk verbeterd worden met TR.
De juiste voeding is de basis voor gezondheid. Een kat is een obligate carnivoor en veel van de gezondheidsproblemen waar katten tegenwoordig mee kampen, waaronder diabetes, worden veroorzaakt door een verkeerd dieet. Tight Regulation VEREIST een strikt laag-koolhydraat-natvoerdieet voor je kat. Dat betekent nooit meer brokjes! Schakel je kat zsm over naar goed low-carb compleet blikvoer. Is je kat 'verslaafd' aan brokjes, bouw dit dan af door steeds een beetje meer natvoer door de brokjes te mengen. Zie de pagina voeding voor meer informatie.
LET OP! Krijgt je kat al insuline? Schakel je over op natvoer? Geef hem dan de eerste 24 uur na de omschakeling GEEN insuline! De spijsvertering van je kat moet wennen aan een heel ander dieet. Waar het eerst werd overspoeld door koolhydraten komen er nu bijna alleen nog maar eiwitten en vetten binnen. Hierdoor kan de bloedsuikerspiegel in 1 dag al flink dalen. Ga je toch insuline toedienen, zelfs als je eerst de bloedsuiker meet, dan heb je een grote kans op een hypo!
Na 24 uur komt de lever weer op gang en gaat weer glucose aanmaken uit eiwitten. In geval van een lage bloedsuikerspiegel wordt dit dan door de lever gecompenseerd. De kans op een hypo blijft hierdoor heel laag.
Stap 2. Bloedsuiker meten
Op de pagina Meten is weten vindt je informatie over glucosemeters en hoe te prikken.
In het begin lijkt het eng, moeilijk en onwennig, maar echt, iedereen kan dit leren en de kat went er vaak al snel aan.
Het geeft je enorm veel informatie over wat er binnen in je kat gebeurt! Je hoeft hiervoor niet meer naar de dierenarts en dat scheelt veel tijd en geld.
Het is het beste om eerst te beginnen met bloed prikken en hier wat handigheid in te krijgen voor je begint met stap 3.
Stap 3. De juiste dosis insuline
Tight regulation kan met Caninsulin en met Lantus insuline. Omdat deze insulines zo'n verschillende werking hebben is er een verschillend protocol voor ontwikkeld. Kijk onder het dropdown menu boven aan deze pagina of klik hier voor Caninsulin en hier voor Lantus. Zie de pagina Insuline voor de verschillen tussen Caninsulin en Lantus.
Je begint altijd met een beginschaal. Deze is heel laag en die ga je in de loop van de tijd naar boven of beneden aanpassen (stap 6).
De bedoeling is dat je een overlap tussen de werking van de opeenvolgende doses creeert, en niet wacht met doseren tot de bloedsuikerwaarden weer heel hoog zijn. Hierdoor blijft de bloedsuiker stabieler.
Stap 4. Hou een logboek bij
Noteer al je metingen in een schrift, notitieboekje of in de computer. Wij gebruiken een A4 ruitjesschrift dat altijd binnen bereik ligt.
Noteer daarin:
Datum en tijd Bloedglucose Eenheden insuline Bijzonderheden
Stap 5. Een dagcurve maken.
Niet elke kat verwerkt insuline even snel. Dat heeft met veel factoren te maken, zoals gewicht en stofwisseling. Daarom is het belangrijk om een dagcurve te maken om te bepalen hoe snel de insuline wordt verwerkt en wanneer het laagste punt valt. De dierenarts kan dit doen, maar je kunt het ook zelf. Thuis testen geeft minder stress voor de kat en daardoor minder vals hoge suikerspiegels. Kies hiervoor een dag uit dat je thuis bent. Je prikt de kat 's ochtends als je opstaat (voor of na het eten maakt niet uit; ik doe het altijd daarna, als ze lekker aan het uitbuiken zijn). Je geeft insuline volgens de beginschaal. Daarna meet je elke 2-3 uur de bloedsuikerwaarde. Je zult de waarde zien dalen en dan weer omhoog gaan. Bij gebruik van Caninsulin ligt het laagste punt van de curve (= nadir ) meestal tussen de 4 en 6 uur na dosering. Na die 6 uur gaat de suikerspiegel vaak weer rap omhoog. Lantus heeft niet zo'n duidelijke nadir, maar ook dat kan per kat verschillen.
Stap 6. De schaal aanpassen
Wat je nu eigenlijk eerst gaat doen is je kat opnieuw instellen op de juiste dosis insuline. Dit is wat de dierenarts ook doet na de diagnose diabetes, maar omdat we vaker meten en TR werkt met kleinere hoeveelheden insuline doen we dit veel nauwkeuriger.
Door de combinatie van ander voer en een stabielere bloedsuiker gaat je kat hoogstwaarschijnlijk langzaam maar zeker weer zelf insuline aanmaken, en ga je dus na verloop van tijd de schaal weer naar beneden bijstellen.
Omdat je een dagcurve hebt gemaakt weet je wanneer de nadir ongeveer valt. Meet nog een keer rond dit tijdstip. Je streeft ernaar dat de waarde dan tussen de 3 en de 5 uit komt. De eerste week zal je dat waarschijnlijk nog niet lukken. Dit geeft niet, dat komt wel.
Waarschijnlijk ben je niet in staat om elke dag de nadir te meten. Dat is geen probleem, we hebben allemaal verplichtingen buitenshuis. Probeer het, zeker in het begin, wel zo vaak mogelijk te doen. Hoe beter je de cyclus van je kat kent en hoe strakker je je aan TR houdt, hoe sneller je kat gaat genezen.
Zorg er voor dat de bloedsuiker niet te laag wordt! Niet elke lage bloedsuiker is een gevaarlijke hypo, maar weet wat je moet doen!
Bovendien kan een lage bloedsuiker een overcompensatie met hoge waarden veroorzaken, dit noemen we een rebound of Somogyi effect.
Wat je gaat zien
Heeft je kat nog maar net de diagnose en ben je meteen met TR begonnen? Hij gaat soms al binnen 2 weken in permanente remissie!
Bij katten die al langer diabetes hebben kan het soms lang duren, soms wel anderhalf jaar. Maar ook al duurt het lang, je zult zien dat je kat snel beter in zijn vel gaat zitten, minder uitgehongerd is en minder drinkt. Dat komt omdat zijn bloedsuikerwaarden stabieler blijven.
Langzaam zul je zien dat de alvleesklier van de kat zelf weer insuline gaat aanmaken. In het begin een beetje en steeds meer en meer, tot hij zelf weer genoeg maakt om alle voeding te verteren. Dat zie je als zijn waarden gaan dalen en je de schaal kan gaan verlagen. Er zullen steeds langere perioden tussen twee opeenvolgende doses zitten.
Heeft je kat 14 dagen geen insuline nodig gehad?
GEFELICITEERD, JE KAT IS OFFICIEEL IN REMISSIE!!
MAAR PAS OP!
Je kat is nu genezen, maar mag nooit meer brokjes eten, of andere dingen waar veel koolhydraten in zitten! Dan zal de suikerziekte snel terugkomen en moet je weer van voren af aan beginnen.
Meet voor de zekerheid ongeveer een keer per maand de bloesuiker. De suikerziekte kan altijd weer terugkomen.
Het lukt niet, wat nu?
Helaas is het succespercentage geen 100%. Er kunnen altijd andere factoren in het spel zijn die ervoor zorgen dat je kat niet goed reageert op het protocol. Misschien heeft hij al zo lang suikerziekte dat de pancreas echt niet meer reageert. Of je kat heeft een andere onderliggende ziekte, zoals acromegalie, de ziekte van Cushing, hyperthyroidie of zelfs kanker of ontstoken tandvlees. Laat je kat voor de zekerheid nakijken door de dierenarts!
En ook al gaat hij niet in remissie, jullie kwaliteit van leven kan sterk verbeterd worden met TR.